Welke effecten zou een kiesdrempel hebben?

Op het moment wordt gediscussieerd over de vraag of het tijd wordt om een kiesdrempel in te stellen. Er zouden te veel splinterpartijen zijn in Nederland, wat het vormen van werkbare coalities zou bemoeiilijken. 

Aangezien die discussie mede wordt gevoed door de peilingen, kan het geen kwaad eens te kijken wat zo'n kiesdrempel voor gevolgen heeft. Welke partijen zouden er uit de Tweede Kamer verdwijnen en in hoeverre is dan nog sprake van evenredige vertegenwoordiging?

Om een goed beeld te krijgen, kijken we zowel naar de uitslag van de verkiezingen in 2010 als naar de peilingen van dit moment.

In een kiesdrempel wordt het percentage van de stemmen vastgesteld dat een partij minimaal moet halen om in de Kamer te komen. In Nederland kennen we zo'n drempel niet en bepaalt de kiesdeler hoeveel zetels iedereen krijgt: de Tweede Kamer heeft 150 zetels, om 1 zetel te halen heb je dus 0,67% van de stemmen nodig.

Elders in Europa wordt wel met een kiesdrempel gewerkt. Griekenland kent een drempel van 3%, Oostenrijk, Slovenië en Zweden hanteren een drempel van 4%, België, Duitsland, Letland en Polen een drempel van 5% en in Turkije geldt zelfs een drempel van 10%.

In het Financieele Dagblad van donderdag 4 juli schrijft Heleen Mees:

"Om een einde te maken aan de feitelijke chantage van splinterpartijen en om Nederland enigszins bestuurbaar te houden, stel ik voor een kiesdrempel van 10 zetels in te voeren."

In de Volkskrant van zaterdag 7 juli staat reageert Paul Brill op op haar column, waarbij hij zijn voorkeur uitspreekt voor een drempel van 4 of 5 procent:

"Hoewel ik de door haar genoemde drempel van 10 procent veel te hoog vind (dan zitten we letterlijk op Turks niveau), ben ik het in principe met haar eens."

Paul Brill haalt hier overigens zetels en procenten door elkaar. Heleen Mees pleit voor een kiesdrempel van 10 zetels, wat neerkomt op 6,7% van de stemmen, niet voor een drempel van 10%.

Grafiek 1 laat zien wat zo'n kiesdrempel voor Nederlandse politieke partijen zou betekenen. Naast elkaar de verkiezingsuitslagen van 2010 en hoe onze stemming nu is volgens de Peilingwijzer van 4 juli 2012, met een gewogen gemiddelde waarin alle peilingen tot dusver zijn meegewogen, behalve de Politieke Barometer van afgelopen vrijdag.


In 2010 zou het niet uitgemaakt hebben of de kiesdrempel 4%, 5% of 6,7% was geweest: de ChristenUnie, de SGP en de Partij voor de Dieren hadden de Tweede Kamer niet gehaald. Was de kiesdrempel 10% geweest - de Heleen-Maas-verkeerd-begrepen-variant - dan waren daarnaast ook de SP, D66 en GroenLinks uit de Kamer verdwenen.
Let wel: GroenLinks zou het bij de 10zetels-variant net gehaald hebben, omdat de 6,7% die de partij haalde een afronding is van 6,671%, net iets hoger dan de kiesdrempel van 6,667%.

Nemen we de Peilingwijzer als uitgangspunt voor de huidige verhoudingen, dan is er wél verschil tussen een drempel van 4% of een van 5%. Bij 4% verdwijnen GroenLinks, de SGP en de Partij voor de Dieren uit de Kamer en komt ook nieuwkomer 50Plus er niet in. Bij 5% verdwijnt bovendien de ChristenUnie (net als bij de 10zetels-variant).
Daarmee zou bij de 5%-variant het CDA de kleinste partij worden in de Kamer met 9,1% van de stemmen, wat momenteel omgerekend neerkomt op 14 zetels. In een Kamer met kiesdrempel geldt, zouden dat er meer worden, omdat de partijen die niet in de Kamer komen getalsmatig wel een aantal zetels vertegenwoordigen, die moeten worden verdeeld over de partijen die het wel gehaald hebben.

In de volgende grafiek staan nog eens dezelfde cijfers, maar zo dat iets beter te zien is welke partijen overblijven:


 

Bovendien is hierin te zien hoeveel procent van de kiezers niet in de Kamer wordt vertegenwoordigd door de partij van hun keuze. In ons huidige systeem is er ook altijd een groep kiezers die buiten de boot valt omdat hun partij geen zetels haalt. In 2010 was dat 1,1% en in de Peilingwijzer staat dat op 0,8%. Met een kiesdrempel groeien die aantallen snel. In 2010 had met een 4%- of 5%-kiesdrempel 7,4% van de kiezers niet op zetels kunnen rekenen. Met een tienzetels-variant geldt hetzelfde, waarbij wel opgemerkt moet worden dat met 300 stemmen minder ook GroenLinks de drempel niet gehaald had.

En hetzelfde voor de peilingen van nu: zonder kiesdrempel is 0,8% niet vertegenwoordigd, met een 4%-kiesdrempel wordt dat 9,9%, en met een 5%-kiesdrempel of een 10zetels-kiesdrempel wordt dat 14,2%. Omgerekend zijn dat 15 of 21 zetels die worden verdeeld over de overige, grotere partijen. Voor de volledigheid: ook het CDA zou de Kamer niet halen in de 10%-variant, waardoor 23,3% niet vertegenwoordigd zou zijn, dat zijn 35 zetels.

Hoe zit het dan met de coalitievorming bij een kiesdrempel? Heleen Mees schrijft daarover:

"Hoewel een kiesdrempel van 10 zetels geen garantie biedt dat in de toekomst weer coalities van twee of drie partijen mogelijk worden, neemt de kans daarop wel zienderogen toe."

Ze heeft blijkbaar geen goede cijfers voor ogen gehad, want hoewel een tweepartijencoalitie er met de huidige cijfers niet in zit, is een driepartijencoalitie bijna vanzelfsprekend het resultaat. Het zou ook wel vreemd zijn, wanneer in een Kamer met zes partijen vier partijen nodig zouden zijn om een regering te vormen:


 

En ja die driepartijencoalities zijn gemakkelijker te vormen, maar er is er niet een die meer dan andere voor de hand ligt. Er is ook nog steeds geen duidelijke winnaar. Door al die mogelijke combinaties en het gebrek aan een winnaar kan de vorming van een coalitie ook weer vertraagd worden.

Coalitievorming wordt dan ook op het moment niet zo zeer bemoeilijkt door de aanwezigheid van kleine partijen in de Kamer, maar door versnippering over de partijen. Het lijkt misschien efficiënt om sneller meerderheden te kunnen vormen, maar de kans op een zwakkere oppositie neemt toe het gaat ten koste van de representativiteit. In een klimaat waarin wantrouwen in de politiek toch al zo groot is, lijkt het dan ook vreemd om te kiezen voor een systeem waarin nog meer mensen het gevoel hebben dat zij niet vertegenwoordigd worden.

Tot slot is een argument tegen een kiesdrempel dat het de vorming van nieuwe partijen tegen gaat. Zo zou met een 5%-kiesdrempel D66 in 1967 niet in de Kamer zijn gekomen, zou de CHU (een van de voorgangers van het CDA) het in 1972 niet gehaald hebben en was GroenLinks er waarschijnlijk nooit gekomen omdat de voorgangers CPN, PSP en PPR mogelijk nooit zetels hadden gehaald. Sterker nog, sinds de Kamer 150 zetels telt (1956), hebben van de huidige partijen alleen de VVD, het CDA, de PvdA en de PVV altijd minimaal 5 procent van de stemmen behaald, ofwel 7 of meer zetels. Was de kiesdrempel in 1956 ingevoerd, dan waren we inmiddels mogelijk aanbeland bij een vierpartijenstelsel. Er zijn ongetwijfeld mensen die dat een prettige constructie zouden vinden, maar het begrip evenredige vertegenwoordiging heeft dan wel een hele andere inhoud gekregen dan we nu gewend zijn.

Zie ook:
UvA laat zien: zo peil je iemand de hemel in!
Gemiddeld een zetel ernaast, wat scheelt het?
Hoe deden de peilers het in 2010? Verschil met uitslag 16 tot 18 zetels

08-07-2012 | door: Marleen Zachte | In de Peiling... | 9 reacties
trefwoorden , , , , ,
These icons link to social bookmarking sites where readers can share and discover new web pages.
  • Del.icio.us
  • email
  • Facebook
  • Google
  • Hyves
  • LinkedIn
  • NuJIJ
  • Twitter

Reacties

plagvreugd
-1-  plagvreugd:

Goed verhaal.

Alleen kun je er volgens mij niet van uitgaan dat als er een kiesdrempel zou zijn, de verkiezingsuitslag gelijk is als zonder kiesdrempel. Ten eerste kan ik me zo voorstellen dat sommige (kleine) partijen fuseren, zoals het duo SGP en CU, en het duo GL en PvdD, opdat ze meer kans hebben om de kiesdrempel te halen. En ten tweede zullen kiezers anders gaan stemmen als er een kiesdrempel is: als een partij hoogstwaarschijnlijk niet de kiesdrempel zal halen, zal een aantal stemmers ‘strategisch’ stemmen op een partij die dit wel zal doen. Deze twee dingen hebben als gevolg dat minder kiezers stemmen op een partij die niet vertegenwoordigd is. Maar goed, hiermee rekening houden is nogal koffiedik kijken.

Nog 1 ding over die 10 procent/zetels van Heleen Mees: ik zou zweren dat toen ik een paar dagen geleden die column voor het eerst las, er ook een zinnetje bij stond dat ze tegelijkertijd het aantal kamerzetels wilde verlagen naar 100. Of ik heb dat gedroomd, dat kan ook.

jos van liempd
-2-  jos van liempd:

Een paar van de bezwaren die een kiesdrempel oplevert zouden kunnen worden opgevangen door het tegelijkertijd invoeren van een 2e-ronde-systeem. Partijen die bij de eerste ronde de drempel niet halen, doen in de tweede ronde niet mee.

Marleen Zachte
-3-  Marleen Zachte:

@plagvreugd: heb je helemaal gelijk in hoor, het is een heel erg als…verhaal. Maar dat bijvoorbeeld D66 het destijds niet gered had als nieuwe partij, is wel een feit. Ik vrees dat voor veel mensen 5% een vaag begrip is. Kan geen kwaad eens te zien dat minder dan zeven zetels daarmee afvalt.

Fusies zouden zeker een gevolg kunnen zijn, maar dat speelt eerder bij partijen die al in de Kamer gezeten hebben, denk ik. Want hoeveel meer kans maken onbekende kleintjes als ze samen een iets groter onbekend kleintje worden? Toevallig speelt iets dergelijks net in Oekraïne, waar ze een 3%-drempel hebben en overwegen die te verhogen naar 5%. Dat zou sommige oppositiepartijen uitsluiten van zelfstandige deelname, zodat fusie hun enige kans wordt terug te keren.

Wat die 100 zetels betreft, dat stond er in ieder geval al niet meer in toen ik het stuk las. Maar er staat wel boven het artikel dat er een update heeft plaatsgevonden, dus wie weet. Ik was trouwens wel van plan ook die 100 zetels eens onder de loep te nemen. Kijken wat dat ons brengt…

Marleen Zachte
-4-  Marleen Zachte:

@jos: Ik moest even denken, maar je bedoelt natuurlijk dat dan ook mensen die eerder op een (te) kleine partij gestemd hebben, dan hun stem op een van de andere partijen kan uitbrengen. En mensen die spijt hebben dat ze eerder niet stemden of de verdeling vinden tegenvallen krijgen dan ook een nieuwe kans. Is een optie inderdaad. Voor de volledigheid: voor die kleine partijtjes biedt zo’n tweede ronde dus geen verbetering.

jos
-5-  jos:

@Marleen: Inderdaad, dat bedoel ik. Er blijven weliswaar nog wat nadelen, zoals voor kleine nieuwe partijen die moeilijk kunnen ‘rijpen’.
Maar door die 2e ronde toe te voegen komen er ook weer wat voordelen bij.

Een ander voordeel van een kiesdrempel, zo realiseer ik me net, is dat we dan natuurlijk ook meteen af zijn van dat “afsplitsen en voor jezelf beginnen” (tenzij een groepje afsplitst van minimaal de drempel-omvang)..

jos
-6-  jos:

@Marleen: Je zou natuurlijk ook de kleinere partijtjes de tweede ronde tóch gewoon mee kunnen laten doen, en dan pas na die 2e ronde een drempel hanteren..

Marleen Zachte
-7-  Marleen Zachte:

@jos: Om van de afsplitsingen af te zijn, moet iets anders veranderd worden, dat mensen op persoonlijke titel gekozen worden. Ik heb eigenlijk geen idee hoe dat in het buitenland gaat, maar die mogen wellicht blijven zitten?
Ik vind het wel erg omslachtig, met die extra verkiezing. En dat allemaal bedacht om een probleem op te lossen dat er niet mee opgelost wordt: de versnippering.

Die versnippering maakt het misschien allemaal wat lastig qua coalitievorming, maar dat reflecteert dan wel hoe de bevolking er over denkt. Politiek betekent ook rekening houden met minderheden en wie kunnen die belangen nou beter bepleiten dan die minderheden zelf? Omdat allemaal weg te gooien omdat het efficiënter lijkt.

jos
-8-  jos:

@Marleen: Dat ben ik wel met je eens.

Aan de andere kant: lang niet alle “versnippering” is gekoppeld aan een minderheidsbegrip. Zo zouden bijvoorbeeld de opvattingen van – ik noem maar wat- de PvdD misschien bést (of misschien zelfs: beter!) via interne lobby’s kunnen worden “geintegreerd” in bijv. de PvdA.

Het invoeren van een kiesdrempel zal mogelijk ook de betrokkenheid bij (en de discussie binnen) een politieke partij vergroten. Omdat je je standpunt “erin” moet zien te krijgen…

Fred Hartman
-9-  Fred Hartman:

Beetje mosterd na de maaltijd misschien, maar toch.
Interessant verhaal, dat mij al lang bezighoud. Ik heb echter één vraag – wat is de waarde van het gratis publiciteitsplatform dat aanwezigheid in de kamer betekent.
Met andere woorden: stel dat de SP in 2010 de kiesdrempel niet gehaald zou hebben. Dus Roemer zou veel minder zenddtijd bij NOS, NTR, etc hebben gehad. Zou hij dan nu dezelfde cijfers halen? Ik betwijfel het ten zeerste.

Reageer  

Eigen afbeelding bij reacties? Ga naar gravatar.com en meld je aan met het mailadres dat je ook hier voor reacties gebruikt.

(optioneel veld)
(optioneel veld)
Om geautomatiseerde spamreacties te voorkomen, wordt u gevraagd deze simpele vraag te beantwoorden.
Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.

Over Peilloos

In aanloop naar de verkiezingen volgt Peilloos.nl de politieke peilingen. Geven ze dezelfde trend weer, of zijn de verschillen tussen peilingen zo groot dat we er niet echt wijzer van worden?

Peilloos op Twitter: Twitter twitter/peilloos

Slotpeilingen en uitslag - Alle peilingen sinds val kabinet, april 2012 - Peilingwijzer - Politieke Barometer - De Stemming - Maurice de Hond - TNS NIPO

Recent gepeild

  TN
11-9
DS
11-9
MdH
11-9
PB
11-9
VVD 35* 35* 36* 37*
PvdA 34 34 36* 36
PVV 17 17 18 17
CDA 12 12 12 13
SP 21 22 20 21
D66 13 11 11 10
GL 4 4 4 4
CU 6 7 5 5
SGP 2 3 3 2
PvdD 2 2 3 3
50+ 4 3 2 2
* grootste partij  
TN = TNS NIPO
MdH = Maurice de Hond/Peil.nl
PB = Politieke Barometer/Ipsos Synovate
DS = De Stemming

Colofon

Concept en uitvoering:
Marleen Zachte

Cms:
Pivotx